In de maanden januari en februari heb ik naast dat ik heb gecoördineerd in het Nieuwsbedrijf ook deelgenomen aan de leereenheid Onderzoek. Ik hoopte hiermee ideeën op te doen voor het reflectieverslag dat ik nog moest gaan schrijven. Ook hoopte ik met het project te kunnen laten zien dat ik complexe, journalistieke onderwerpen aan kan en dat ik hierop kan reflecteren.
Tijdens de leereenheid Onderzoek, onder begeleiding van Malou Willemars en Cindy van Summeren, kregen we een stelling opgelegd. De stelling luidde: wanneer de multiculturele samenleving in het nieuws komt is dit vrijwel altijd negatief of in verband met criminaliteit, gebrekkige integratie en andere problemen. Huub Evers heeft deze stelling geformuleerd en hiermee het gedachtegoed van dhr. Wasif Shadid, hoogleraar interculturele communicatie, weergegeven. Wij moesten tijdens de twee maanden durende leereenheid onderzoeken of deze stelling klopt of niet.
Voordat we aan dat onderzoek konden beginnen, moesten we een aantal selectiecriteria opstellen. Als eerst moesten we bepalen wat wij verstonden onder de multiculturele samenleving. We namen alle berichten/items mee als het ging om migrantengroepen (Turken, Marokkanen, Polen) in Nederland of als het ging om de religies die verwant zijn aan de migrantengroepen, vluchtelingen (Irakezen, Afghanen) en voormalige Nederlandse koloniën (Surinamers, Antillianen). Ook moesten we deelvragen bedenken. De vier deelvragen waar we een antwoord op zouden zoeken luidden:
1. Wat is er uit eerdere onderzoeken al bekend over de berichtgeving van de Nederlandse media over de multiculturele samenleving?
2. Hoeveel aandacht is er in de Nederlandse nieuwsmedia voor de multiculturele samenleving?
3. Op welke wijze wordt er bericht in de Nederlandse media over de multiculturele samenleving?
4. Welke verklaring geven journalisten voor hun benadering van de berichtgeving over de multiculturele samenleving?
Voor de beantwoording van de eerste deelvraag moesten we een literatuuronderzoek doen. Nadat Susanne en Nicole, medewerkers van de mediatheek, ons verschillende zoekmethodes hebben laten zien (zoals Picarta, HBO kennisbank en Google) gingen we zelf aan de slag met het opstellen van een literatuurlijst. We hebben verder de literatuur niet uitvoerig doorgenomen, maar alvast wel een lijst met relevante literatuur opgesteld.
Om een antwoord te kunnen geven op de tweede en de derde deelvraag moesten we een inhoudsanalyse doen. Daarvoor hebben we verschillende media geselecteerd zoals landelijke bladen, regionale bladen, opiniebladen en televisiejournaals. Ik moest het NOS Journaal analyseren voor de periode 15 december t/m 31 december. We moesten tijdens het analyseren bepalen of een nieuwsfeit positief, negatief of neutraal was en of er een oordeel wordt gegeven over een persoon of een groep (die onder de groepen valt die ik hierboven heb genoemd). Dit was allemaal niet zo eenvoudig omdat er vaak onduidelijkheid bestond over de selectiecriteria. De antwoorden op de verschillende vragen over de berichten hebben we geordend in het programma SPSS. Erg handig en overzichtelijk. Je kunt de resultaten in een oogopslag bekijken en verschillende aspecten aan elkaar linken.
Nadat we de uitkomsten van de inhoudsanalyse bij elkaar hadden gezet, konden we concluderen dat 38,8 procent van de nieuwsfeiten negatief was, 31,4 procent positief en 24,4 procent neutraal. De oordelen over een persoon of groep waren overwegend negatief en de journalist was de grootste bron van die oordelen. De meest voorkomende groep in de nieuwsfeiten waren Marokkaanse jongeren. Het meest negatieve feit ging over criminaliteit. Het meest positieve feit ging over integratie/acceptatie. Uit het SPSS-bestand bleek dat Elsevier van alle media het meest berichtte over de multiculturele samenleving, maar ook het meest negatief. Het Parool berichtte volgens onze inhoudsanalyse het meest positief.
We moesten echter tijdens de reflectie wel enkele kanttekeningen bij de inhoudsanalyse plaatsen. Ten eerste hebben we geanalyseerd voor de periode december-januari, wat een vrij korte periode is om antwoord te geven op de deelvragen. Het zou beter geweest zijn als we een paar maanden langer konden analyseren (maar dit kon niet i.v.m. met de tijd die we hadden voor de leereenheid). Ten tweede hebben we bij de journaals alleen naar nieuwsitems gekeken, terwijl we bij de kranten en de tijdschriften ook reportages, opiniestukken en achtergrondverhalen hebben geanalyseerd. Verder was er onduidelijkheid over het onderverdelen van de nieuwsfeiten in positief, negatief en neutraal. Wat voor de een negatief was, was voor de ander neutraal. Daarnaast hebben we niet alle bevolkingsgroepen onder de loep genomen en zijn we dus niet compleet genoeg geweest in onze analyse.
Om de vierde en tevens de laatste deelvraag te beantwoorden, moesten we journalisten uit het beroepsveld interviewen. Ik heb zelf geen journalist geïnterviewd omdat ik voor mijn eigen reflectie Hans Laroes zou interviewen, maar hier kom ik op terug als ik reflecteer op mijn eigen reflectieverslag. Uiteindelijk zijn er zes journalisten geïnterviewd: Koen Wieriks (De Gelderlander), Deborah Jongejan (AD), Rene Burger (Het Stadsblad), Patricia de Ryck (BN/DeStem), Wierd Duk (Elsevier) en Jody van den Tillaart (Eindhovens Dagblad). Vragen die werden gesteld, waren onder andere 'Hoe zou u de multiculturele samenleving beschrijven?', 'Hoe vindt u dat uw eigen medium omgaat met de onderwerpen uit de multiculturele samenleving?' en 'Wat vindt u van de stelling?'.
De interviews zijn vervolgens geanalyseerd met behulp van het programma Atlas.ti. Met dit programma kun je heel makkelijk de aspecten die je belangrijk vindt analyseren. We hebben aan de hand van de interviews conclusies kunnen trekken. Zo werd er gezegd dat allochtonen over het algemeen weinig contact opnemen met de media en minder snel behoefte hebben om hun verhaal te doen. Andersom werd er gezegd dat er vanuit redacties weinig contact wordt gezocht met allochtonen. Ook gaven twee interviewkandidaten aan dat de redacties voornamelijk uit autochtonen bestonden.
Ook kwam er door de interviews naar voren dat de multiculturele samenleving meer in grote steden leeft en dat het merendeel het eens was met de stelling. De interviewkandidaten stelden dat er over het algemeen negatief bericht wordt over de multiculturele samenleving, maar dat ze dat betreuren en zien dat er steeds meer verandering in komt. Ook hebben we tijdens het reflecteren een aantal kanttekeningen bij de interviews geplaatst. Zo vonden we dat er te veel journalisten van lokale media zijn geïnterviewd en dat zij veelal de multiculturele samenleving niet in hun portefeuille hadden. Hierdoor vonden wij de resultaten van de interviews niet erg representatief.
Om terug te komen op de stelling 'wanneer de multiculturele samenleving in het nieuws komt, is dit vrijwel altijd negatief of in verband met criminaliteit, gebrekkige integratie en andere problemen'. We hebben deze stelling met ons onderzoek(je) noch bevestigd noch ontkracht. Al was de conclusie dat er meer negatieve nieuwsfeiten waren. Toch vonden wij het verschil tussen negatieve en positieve nieuwsfeiten niet echt groot. Verder konden we stellen dat criminaliteit inderdaad vaak negatief in het nieuws komt, maar gebrekkige integratie weer niet.
Als laatst hebben we aanbevelingen gedaan voor een vervolgonderzoek. Er zou een onderzoek gedaan kunnen worden naar het mediagebruik van allochtonen, de samenstelling van de redacties, de toon van de berichtgeving in de nieuwsmedia en het contact tussen media en culturen.
Ik kan iedereen die van plan is om een onderzoek te doen of een reflectieverslag te schrijven aanraden om deze leereenheid te volgen. Hierdoor leer je de verschillende aspecten die aan bod komen tijdens het onderzoek. Zo leer je bijvoorbeeld verschillende zoekmethodes om informatie bij elkaar te zoeken, op een juiste manier verwijzen naar literatuur en bronnen en een centrale vraag en deelvragen te formuleren. Ook oefen je met competentie 8: reflecteren op complexe, journalistieke onderwerpen. Dankzij deze leereenheid ben ik op ideeën gekomen om mijn eigen reflectieverslag te schrijven. Ook heb ik er twee lieve begeleiders (Malou en Cindy) aan overgehouden die mij hebben begeleid met mijn eigen reflectieverslag. Daar kun je straks meer over lezen. Kortom een heel nuttige en leerzame leereenheid om te volgen!!
Tijdens de leereenheid Onderzoek, onder begeleiding van Malou Willemars en Cindy van Summeren, kregen we een stelling opgelegd. De stelling luidde: wanneer de multiculturele samenleving in het nieuws komt is dit vrijwel altijd negatief of in verband met criminaliteit, gebrekkige integratie en andere problemen. Huub Evers heeft deze stelling geformuleerd en hiermee het gedachtegoed van dhr. Wasif Shadid, hoogleraar interculturele communicatie, weergegeven. Wij moesten tijdens de twee maanden durende leereenheid onderzoeken of deze stelling klopt of niet.
Voordat we aan dat onderzoek konden beginnen, moesten we een aantal selectiecriteria opstellen. Als eerst moesten we bepalen wat wij verstonden onder de multiculturele samenleving. We namen alle berichten/items mee als het ging om migrantengroepen (Turken, Marokkanen, Polen) in Nederland of als het ging om de religies die verwant zijn aan de migrantengroepen, vluchtelingen (Irakezen, Afghanen) en voormalige Nederlandse koloniën (Surinamers, Antillianen). Ook moesten we deelvragen bedenken. De vier deelvragen waar we een antwoord op zouden zoeken luidden:
1. Wat is er uit eerdere onderzoeken al bekend over de berichtgeving van de Nederlandse media over de multiculturele samenleving?
2. Hoeveel aandacht is er in de Nederlandse nieuwsmedia voor de multiculturele samenleving?
3. Op welke wijze wordt er bericht in de Nederlandse media over de multiculturele samenleving?
4. Welke verklaring geven journalisten voor hun benadering van de berichtgeving over de multiculturele samenleving?
Voor de beantwoording van de eerste deelvraag moesten we een literatuuronderzoek doen. Nadat Susanne en Nicole, medewerkers van de mediatheek, ons verschillende zoekmethodes hebben laten zien (zoals Picarta, HBO kennisbank en Google) gingen we zelf aan de slag met het opstellen van een literatuurlijst. We hebben verder de literatuur niet uitvoerig doorgenomen, maar alvast wel een lijst met relevante literatuur opgesteld.
Om een antwoord te kunnen geven op de tweede en de derde deelvraag moesten we een inhoudsanalyse doen. Daarvoor hebben we verschillende media geselecteerd zoals landelijke bladen, regionale bladen, opiniebladen en televisiejournaals. Ik moest het NOS Journaal analyseren voor de periode 15 december t/m 31 december. We moesten tijdens het analyseren bepalen of een nieuwsfeit positief, negatief of neutraal was en of er een oordeel wordt gegeven over een persoon of een groep (die onder de groepen valt die ik hierboven heb genoemd). Dit was allemaal niet zo eenvoudig omdat er vaak onduidelijkheid bestond over de selectiecriteria. De antwoorden op de verschillende vragen over de berichten hebben we geordend in het programma SPSS. Erg handig en overzichtelijk. Je kunt de resultaten in een oogopslag bekijken en verschillende aspecten aan elkaar linken.
Nadat we de uitkomsten van de inhoudsanalyse bij elkaar hadden gezet, konden we concluderen dat 38,8 procent van de nieuwsfeiten negatief was, 31,4 procent positief en 24,4 procent neutraal. De oordelen over een persoon of groep waren overwegend negatief en de journalist was de grootste bron van die oordelen. De meest voorkomende groep in de nieuwsfeiten waren Marokkaanse jongeren. Het meest negatieve feit ging over criminaliteit. Het meest positieve feit ging over integratie/acceptatie. Uit het SPSS-bestand bleek dat Elsevier van alle media het meest berichtte over de multiculturele samenleving, maar ook het meest negatief. Het Parool berichtte volgens onze inhoudsanalyse het meest positief.
We moesten echter tijdens de reflectie wel enkele kanttekeningen bij de inhoudsanalyse plaatsen. Ten eerste hebben we geanalyseerd voor de periode december-januari, wat een vrij korte periode is om antwoord te geven op de deelvragen. Het zou beter geweest zijn als we een paar maanden langer konden analyseren (maar dit kon niet i.v.m. met de tijd die we hadden voor de leereenheid). Ten tweede hebben we bij de journaals alleen naar nieuwsitems gekeken, terwijl we bij de kranten en de tijdschriften ook reportages, opiniestukken en achtergrondverhalen hebben geanalyseerd. Verder was er onduidelijkheid over het onderverdelen van de nieuwsfeiten in positief, negatief en neutraal. Wat voor de een negatief was, was voor de ander neutraal. Daarnaast hebben we niet alle bevolkingsgroepen onder de loep genomen en zijn we dus niet compleet genoeg geweest in onze analyse.
Om de vierde en tevens de laatste deelvraag te beantwoorden, moesten we journalisten uit het beroepsveld interviewen. Ik heb zelf geen journalist geïnterviewd omdat ik voor mijn eigen reflectie Hans Laroes zou interviewen, maar hier kom ik op terug als ik reflecteer op mijn eigen reflectieverslag. Uiteindelijk zijn er zes journalisten geïnterviewd: Koen Wieriks (De Gelderlander), Deborah Jongejan (AD), Rene Burger (Het Stadsblad), Patricia de Ryck (BN/DeStem), Wierd Duk (Elsevier) en Jody van den Tillaart (Eindhovens Dagblad). Vragen die werden gesteld, waren onder andere 'Hoe zou u de multiculturele samenleving beschrijven?', 'Hoe vindt u dat uw eigen medium omgaat met de onderwerpen uit de multiculturele samenleving?' en 'Wat vindt u van de stelling?'.
De interviews zijn vervolgens geanalyseerd met behulp van het programma Atlas.ti. Met dit programma kun je heel makkelijk de aspecten die je belangrijk vindt analyseren. We hebben aan de hand van de interviews conclusies kunnen trekken. Zo werd er gezegd dat allochtonen over het algemeen weinig contact opnemen met de media en minder snel behoefte hebben om hun verhaal te doen. Andersom werd er gezegd dat er vanuit redacties weinig contact wordt gezocht met allochtonen. Ook gaven twee interviewkandidaten aan dat de redacties voornamelijk uit autochtonen bestonden.
Ook kwam er door de interviews naar voren dat de multiculturele samenleving meer in grote steden leeft en dat het merendeel het eens was met de stelling. De interviewkandidaten stelden dat er over het algemeen negatief bericht wordt over de multiculturele samenleving, maar dat ze dat betreuren en zien dat er steeds meer verandering in komt. Ook hebben we tijdens het reflecteren een aantal kanttekeningen bij de interviews geplaatst. Zo vonden we dat er te veel journalisten van lokale media zijn geïnterviewd en dat zij veelal de multiculturele samenleving niet in hun portefeuille hadden. Hierdoor vonden wij de resultaten van de interviews niet erg representatief.
Om terug te komen op de stelling 'wanneer de multiculturele samenleving in het nieuws komt, is dit vrijwel altijd negatief of in verband met criminaliteit, gebrekkige integratie en andere problemen'. We hebben deze stelling met ons onderzoek(je) noch bevestigd noch ontkracht. Al was de conclusie dat er meer negatieve nieuwsfeiten waren. Toch vonden wij het verschil tussen negatieve en positieve nieuwsfeiten niet echt groot. Verder konden we stellen dat criminaliteit inderdaad vaak negatief in het nieuws komt, maar gebrekkige integratie weer niet.
Als laatst hebben we aanbevelingen gedaan voor een vervolgonderzoek. Er zou een onderzoek gedaan kunnen worden naar het mediagebruik van allochtonen, de samenstelling van de redacties, de toon van de berichtgeving in de nieuwsmedia en het contact tussen media en culturen.
Ik kan iedereen die van plan is om een onderzoek te doen of een reflectieverslag te schrijven aanraden om deze leereenheid te volgen. Hierdoor leer je de verschillende aspecten die aan bod komen tijdens het onderzoek. Zo leer je bijvoorbeeld verschillende zoekmethodes om informatie bij elkaar te zoeken, op een juiste manier verwijzen naar literatuur en bronnen en een centrale vraag en deelvragen te formuleren. Ook oefen je met competentie 8: reflecteren op complexe, journalistieke onderwerpen. Dankzij deze leereenheid ben ik op ideeën gekomen om mijn eigen reflectieverslag te schrijven. Ook heb ik er twee lieve begeleiders (Malou en Cindy) aan overgehouden die mij hebben begeleid met mijn eigen reflectieverslag. Daar kun je straks meer over lezen. Kortom een heel nuttige en leerzame leereenheid om te volgen!!